Kelder
Nachtkaardespinnen, trilspinnen, springspinnen en trechterspinnen vind je vaker in huis, garage en schuurtje meer op muren en schuttingen dan in de rest van de tuin. Spinnen hebben een belangrijke functie in huis, want het zijn de enige jagers die voor jou op natuurlijke wijze aan “ongediertebestrijding” doen.
De huiskaardespin en de muurkaardespin lijken erg op elkaar en zijn samen met een paar trechterspinnen de meest voorkomende huisspinnen.
Welke spin heb ik gezien?
Of je met een nachtkaardespin of een trechterspin te maken hebt, kun je zien aan een aantal kenmerken. Trechterspinnen hebben vaak langere poten dan de nachtkaardespinnen. Nachtkaardespinnen glanzen, de trechterspinnen glanzen door hun beharing niet. De spinnen die heel hard door het huis lopen en af en toe in bad of gootsteen terechtkomen zijn bijna altijd trechterspinmannetjes.
Nachtkaardespinnen vinden we meestal op de buitenmuur. Ze danken hun naam aan het feit dat ze 's nachts hun web maken en zelfs doorbouwen als je ze met een sterke zaklantaarn belicht.
Trechterspinnen maken een web dat er een beetje trechtervormig uitziet. De bewoner houdt de wacht aan het uiteinde. Het web wordt vaak in de hoek van een kamer gebouwd.
Kleine spin eet grote prooi
Het komt vaak voor dat spinnen prooien opeten die groter zijn dan zijzelf. Soms zie je kleine spinnetjes worstelen met een naar verhouding gigantische langpootmug.
De huiskaardespin woont dikwijls in spleten van gebouwen, bijvoorbeeld in kieren bij kozijnen, en bouwt zijn web zo dat vooral insecten worden gevangen die op het licht achter het raam afkomen.
Trilspinnen danken hun naam aan het feit dat ze gaan trillen in hun web zodra ze een aanvaller vermoeden. Die aanvaller ziet alleen nog maar een wazige schim en kan dus niet aanvallen. De grote trilspin vind je vaak in huis, meestal in een slordig webje bij het plafond in de donkere zolder, kelder of badkamer.
Springspinnen maken geen web, maar sluipen op hun prooi af en bespringen die dan, dikwijls vanop behoorlijke afstand. Voordat ze springen, maken ze eerst een veiligheidsdraad vast aan de ondergrond waar ze opzitten, zodat ze altijd kunnen terugkeren naar de plaats van vertrek. De zebraspin is overdag actief en kruipt over vensterbanken en muren. Als je dichterbij komt, dan zal ze haar grote ogen op jou gericht houden, om erachter te komen wat je gaat doen. Je kunt de spin zelfs voeren met een pincet: ze neemt de bladluizen er zelf af.
Pissebedden: hou ze vochtig!
Een toevallige bezoeker in huis is de pissebed. Pissebedden zijn geen insecten. Het zijn geleedpotigen, net als hun naaste verwanten, de kreeften. Pissebedden hebben vochtige plekken nodig. Zo heeft een pissebed bijvoorbeeld kieuwen waarmee hij ademt. Die kieuwen zitten op de achterpoten en moeten altijd vochtig zijn, anders gaat het diertje dood.
Pissebedden zijn vrij schuw, je ziet ze als je een stuk hout of steen omdraait. Eén van de meest voorkomende pissebedden is de kelderpissebed. Pissebedden zijn soorten die al heel lang op aarde rondlopen, en ze zien er ook een beetje prehistorisch uit. Alle pissebedden leven van rottend organisch materiaal en zijn echte opruimers van de natuur.
Huis
Hoe help je de biodiversiteit in je huis?
|
Tuin
Hoe help je de biodiversiteit in je tuin?
|
Straat
Hoe help je de biodiversiteit in je straat?
|
|
|
|